Zwerver
Het was avond en ik zong voor de koning, zoals iedere dag. Ik zong wat mij geleerd was, over trouw aan de vlag en binnen de poorten zijn voor de
Het was avond en ik zong voor de koning, zoals iedere dag. Ik zong wat mij geleerd was, over trouw aan de vlag en binnen de poorten zijn voor de
liever nog veel langerof langzamer de trap opik doe alsof er ietsik doe alsof er iemand meer tijd om te bedenkenharen los of knoopje vastblik omlaag of kin omhoogmijn hals,
we gaan zeven dagen lang zoeken naar de tijd wachten tot het weer over is we gaan de bergen tegemoet de eeuwig ijle lucht zien hoe mooi het daar al
er lag rijp op de takken de bomen kraakten van kou en kerst ik droeg bruidsschoentjes zodat mijn tenen bevroren en ik deze reis nooit vergeten zou
de kozijnenverf droogdeik kookte op vuurluisterde naar Anouktepentineverdampte ik zagMichel
we zinken tot de enkels in de drassige grassen. in augustus nog spaarde jouw huid gulzig ultraviolette stralen naast beginnende zinnenzonder bladerdek ligt het zomerland niet eens zo ver van
kan kloppen ik had toen deze lijnen langs mijn mond en grijze slapen niet die heb ik sinds ik mijn eigen geschiedenis geboren heb zien worden wakkere nachten en waslijsten
ik kan niet want ik ben op tournee in zo’n lange auto ze hebben aan alles gedacht sjieke bekleding gordijnen en het is er lekker koel als ze me ophalen
Dit verhaal werd door Verhalen van Groningen bekroond als één van de twee winnaars van de verhalenwedstrijd ‘Thuis in Groningen‘. De zomer is onmiskenbaar begonnen. Opgewonden getjilp van vogels en
De zware houten deur van de oude kerk gaat makkelijk open. ‘Hij mag op een kier blijven’, zegt een meneer met een nette blouse onder een zachte trui en hij
– Goedemorgen lief, heb je lekker geslapen? – Heerlijk. Is het al zo laat? Ik heb zin in ontbijt. – Ik ook. Waar zullen we gaan eten? – Weet ik
Tien jaar geleden stond ik bij de administratie van mijn faculteit in Groningen. ‘Ik ga stoppen per februari.’ Ik moest mijn handtekening ergens zetten en enkele weken later kreeg ik een
Ja, ik dacht dat ik met hem wilde zoenen. Maar dat was voordat we waren begonnen. Ik was, na een gezellige middag praten over het wonder van de lente, ziekenhuizen